MYTHES & LEGENDES VAN TURNHOUT

de Penge

Vroeger telde Turnhout nog veel meer van dergelijke typische buurtcafeetje’s of bruin kroegen, maar De Penge in de Lindekensstraat is nog bijzonder authentiek. ,,De Penge heeft echt bestaan”, volgens Femke Van Etten ,,. Zijn echte naam was Petrus Henrikx. Het was een deugniet, een vrolijke jonge kerel die heel wat kattenkwaad uithaalde. Voor de Vlamingen onder ons, een beetje vergelijkbaar met De Witte van Sichem, maar dan minder bekend.

Jammer genoeg heeft intussen (anno 2023) ook dit café, de Penge zijn deur moeten sluiten. Misschien is dit intussen wel een legendarische foto, één van de laatste beelden van dit toch wel speciale café.

Kijk ook even onderaan, van deze scene is stiekem een amateurvideo gemaakt.

Achturen Moeier

Ooit kwamen er ’s avonds arme mensen om een aalmoes bedelen. Dat was de ‘achturenmoeier’, zeiden de mensen.

Om acht uur luidden de klokken bij de Zusters Kanunnikessen van het Heilig Graf in Turnhout. Dat was zuster Scholastica.

De mensen konden die naam echter niet uitspreken en zeiden: “Soeur Homelestik luidt”. De kinderen moesten dan snel naar bed gaan, want daarna ging de ‘achturenmoeier’ op pad.

Begijnen

In de 14de eeuw lag het begijnhof aan het voormalige park rond het kasteel. Op zijn hoogtepunt in 1675 telde het begijnhof 370 begijnen.

Daarna volgden verschillende dieptepunten met brandrampen, plunderingen, de pest en andere plagen.

De prachtige barokke begijnhofkerk uit 1666 – 1667, de kapel van het Heilig Aanschijn en de gerestaureerde Calvariekapel bleven gelukkig ongedeerd.

Begijnen

De invloed van de begijnen op Turnhout is heel groot. Zij hebben meer gedaan dan enkel maar gebeden.

De begijnen hebben bijvoorbeeld heel lang lesgegeven aan meisjes op het moment dat onderwijs voor jonge vrouwen nog niet bestond.

Het kantwerk, waar Turnhout zo bekend om staat, is begonnen op het begijnhof. In het Begijnhofmuseum zijn daar nog een aantal dingen van terug te vinden.

De begijnen hebben heel lang aan kant gewerkt. Ze verkochten zelf ook kant, al werd hen dat niet altijd in dank afgenomen.

Begijnen

Dames met een zwart habijt en een witte kap, karikaturaal afgebeeld in stripverhalen’: ziehier het beeld dat jongeren in de toekomst dreigen te hebben van begijnen.

Maar het Begijnhofmuseum weet wel beter! Hoe woonden deze intrigerende vrouwen?

Welke geloften legden ze wel of niet af? Wat deden ze om brood op de plank te krijgen?

Het Begijnhofmuseum laat je meekijken naar deze verdwenen gemeenschap van dappere vrouwen.

Bezemklokje

Het bezemklokje verwijst naar een gebruik uit 1800. Telkens als op zaterdagnamiddag een klokje in de toren van de Sint-Pieterskerk begon te luiden, moesten de vrouwen de straat schoonvegen.

Om alles in goede banen te leiden, hield de champetter hierbij een oogje in het zeil.

In die tijd werd het huisvuil nog op straat gegooid. Het bezemklokje is dan eveneens de naam van de heemkundekring Turnhout.

 

Mariette Miljoen

Burgemeestersvrouw Mariette Miljoen verwijst naar Mariette Lenders.


Zij kreeg die bijnaam omdat ze altijd rondliep met een air alsof ze een miljoen had gewonnen.

den Dizzer

Pastoor Desiderius Thommis, geboren Sint-Truidenaar was bruine pater in het klooster van de Minderbroeders in de Patersstraat.

Hij werd proost/aalmoezenier bij verschillende verenigingen, maar is het meest gekend voor zijn inzet bij de Groene Chiro. Hij stierf in 1978.

Maria Van Hongarije

Maria van Hongarije (1503-1558) bestuurde tussen 1545 en 1555 het Land van Turnhout en restaureerde het Kasteel van de Hertogen van Brabant.

Het kasteel stamt uit de 12de eeuw en werd herhaaldelijk verbouwd. In de tijd van landvoogdes Maria van Hongarije was het een “hof van plaisanterie”.

Eén van haar opmerkelijke trekjes was ook dat ze verslingerd was aan de jacht. In 1543 werd ze zelfs Opperjachtmeester van Brabant.

Seuzziepikkers

Tijdens de winter was de Sint-Pieterskerk door de Franse bezettingstroepen omgedoopt tot paardenstal.

De paarden werden warm gehouden met serges, paardendekens dus. Maar ook de bevolking had kou en ging deze serges, of seuzies in het Turnhouts, stelen.

Niet alleen de arme inwoners, maar ook de betere burgerij maakte zich schuldig aan deze diefstallen.

Het leverde de inwoners van Turnhout de bijnaam van Seuziepikkers op.

Boswachtershuisje

Uit de archieven van Turnhout mogen we vermoeden dat het huisje oorspronkelijk voor 1841 gebouwd werd. Een plan van de atlas der buurtwegen 1841 toont 3 huizen ,de 2 huidige (Elzenstraat 21/23) en een bebouwing aan de Zondereigense dijk tegenover het Peerdsven. Allen op de weg nr 40 gelegen. Op het eerste kadasterplan van Turnhout 1825 zijn er nog geen gebouwen. De gronden rond 1840 waren eigendom van Louis Boone die vermoedelijk de bouwheer is geweest. Huidig kadaster is sectie B, nummer 470 g (tuin), 470 f en h (woningen met huisnummers 21 en 23).
In het begin van de 20ste eeuw was er helemaal geen begroeiing rond het huisje, behalve toen reeds aangeplante eikendreven.

In augustus 1916 wordt toestemming gegeven aan Emile Boone, zoon van Louis en ondertussen eigenaar, een stal bij te bouwen in het verlengde van nr. 23 op de hoek met de Zondereigense Dijk. (Ref 1916/05525 Stad Turnhout ).
Emile Boone (°1855 – +1923) huwde met Joséphine De Somer (°1861 – +1946). De gronden ‘Boone’ ten noorden van Turnhout bleven lang in onverdeeldheid, in 1956 is door verloting Boone’s Blijk en het boswachter huisje eigendom geworden van dochter Marguerite Boone (°1886-+1983) gehuwd met René Caron (°1880-+1951). In 1983 erft dochter Suzanne Caron (°1910-+2001) gehuwd met Justin Raskin (°1894-+1970) het boswachter huisje. In 1985 worden de 2 huizen grondig gerestaureerd. Bij haar overlijden in 2001 erft haar zoon Christian Raskin in overleg met zijn 2 zusters en 2 broers het huisje en wordt in 2008 nr 21 gedeeltelijk binnen verbouwd.

Boswachtershuisje

Het huis is van het klassieke langgeveltype met pannen zadeldak. Nr 21 had oorspronkelijk huisnr. 56, daarna 62. Het huis is tot op heden geen beschermd erfgoed.
De oorspronkelijke stenen zijn handstenen ’Rijnvorm’, gedeeltelijk zijn de buitenmuren met de tijd ook terug op-gemetst met industriële stenen.
Vooraan waren er in de tijd 6 lindebomen gepland, er zijn er nog 4 over. Lindebomen werden in de magie en volksgeloof vroeger gepland als afweerboom o.a. bescherming van blikseminslag, geboorteboom, er werd telkens een boom gepland, voor kruiden en thee. Deze bomen werden nog eind jaren 1800 gepland.
Achteraan stond een mooie kleine schuur, en waterput. Het dak achteraan liep ook verder door over een 2de waterput, wel geen drinkbaar water. Ten tijde van de boswachters waren er 2 wc’s buiten gebouwd, en een duivenkot van boswachter Louis Verstraelen. Pas beginjaren ‘60 werd het huis voorzien van elektriciteit en stond het huis telefonisch in verbinding met de villa op het Venneke.

De familie Boone en Misonne waren fervente jagers, en vandaar het verhuren van het huisje midden de bossen aan boswachters: Jef Janssen (°1877-+1954) en Louis Verstraelen (°1909-+1981). Christian Raskin zette in memoriam een kruis voor hen naast het huis.

Zotte Jeanne

Joanna Kuppens was de dochter van marktkramers. Op het einde van de Tweede Wereldoorlog had zij kennis met een Canadese soldaat.

Het kwam nooit tot een huwelijk omdat Joanna haar ouders niet kon missen.

Zotte Jeanne

Op latere leeftijd werd Joanna een excentrieke figuur met haar gemotoriseerde rolstoel, haar wapperende grijze haren, baardharen en haar zwarte kleding.

Ze was net geen 92 toen zij in 2011 is overleden.

de drie vrouwen

Maria van Hongarije (1503-1558) bestuurde tussen 1545 en 1555 het Land van Turnhout en restaureerde het Kasteel van de Hertogen van Brabant.

Amalia van Solms-Braunfels werd op 31 augustus 1602 geboren als dochter van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels (de oudste zoon van Elisabeth van Nassau, een zuster van Willem van Oranje) en Agnes van Sayn-Wittgenstein. Haar jeugd bracht zij door op het Slot Braunfels aan de Lahn. Zij was een kleindochter van Koenraad van Solms (1540-1592) en Elisabeth van Nassau (1542-1603) van vaderszijde en Lodewijk I van Sayn-Wittgenstein (1532-1605) en Elisabeth van Solms-Laubach (1549-1599) van moederszijde. Na het overlijden van haar echtgenoot stond in 1649 koning Filips IV van Spanje het grondgebied van Turnhout aan haar af. Als vrouwe van Turnhout had zij een belangrijke invloed op de geschiedenis van Baarle en de enclave-geschiedenis van Baarle.

Maria van Brabant (1325 — Turnhout, 1 maart 1399) was de derde dochter van hertog Jan III van Brabant en van Maria van Évreux.

Hertog Jan III van Brabant was met Reinoud II van Gelre, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, in Tervuren overeengekomen dat zijn jongste dochter Maria zou huwen met de Gelderse zoon Reinoud III van Gelre, ofwel de Dikke. Het kasteel van het Land van Turnhout zou als bruidsgift dienen. Koning Eduard III van Engeland, Reinouds oom, wenste echter dat zijn neef met de dochter van zijn vriend, Van der Mark, graaf van Gulik zou huwen. Reinoud trotseerde deze wens en huwde te Antwerpen met Maria van Brabant.

Zijn jongere broer Eduard van Gelre zou een opvolgingstwist ontketenen en zette zijn broer in 1361 gevangen. In 1371, bij de dood van zijn broer Eduard, werd Reinoud bevrijd maar hij stierf kort daarna. In 1361 kocht Maria van Brabant de heerlijkheid Oijen. Maria van Brabant betrok het kasteel van Turnhout, stichtte in 1395 de priorij van Corsendonk en in 1398 het kapittel van de Sint Pieterskerk van Turnhout. Ze verbleef tot aan haar dood in Turnhout.

Zuster Piot

Beatrice Brabants of zuster Beata, is in 1916 ingetreden in het klooster van de Zusters van het Heilig Graf.

Van 1927 tot 1969 was zij directrice van de school. Zij combineerde autoriteit en vriendelijkheid en gaf tijdens de Tweede Wereldoorlog asiel aan joodse meisjes en tijdens de repressie aan dochters van collaborateurs.

Haar bijnaam bracht sommigen in verwarring en zij vroegen of schreven naar zuster “Piota”. Zij stierf in 1976.

Scheel Trees

Deze vrouw, waarvan de naam niet bekend is, woonde aan de Heilig Hartkerk en was in Turnhout gekend als heks. Zij “beduvelde” pasgeboren kinderen en maakte moedermelk zuur.

De scene in het café de Penge is (stiekem) vastgelegd op amateur video beelden. De opzet van deze scene was een kaartnamiddag, met enkele vaste klanten uit die tijd. Notabele, zoals de notaris, dorpsdokter, champetter, hun vrouwen enz.

De kaartnamiddag eindigt een beetje abrupt door toedoen van een valsspeler. De uiteindelijke foto voor het project is tijdens deze scene vastgelegd. Wens je eens goed te lachen, zeker eens een kijkje nemen.

Met dank aan stad Turnhout

© 2024 All Rights Reserved.